Kunnen, willen en mogen
Kunnen gaat niet alleen over de kennis en vaardigheden van mensen, maar ook over de tijd en middelen die zij beschikbaar hebben. Ook het zelfbeeld dat iemand heeft is van belang, je hebt wel zelfvertrouwen nodig om je aan te melden voor een vrijwilligersklus.
Willen gaat over de motivatie van mensen, die vanuit innerlijke behoefte (interesse, zingeving, verbondenheid, ontwikkeling) als die van buitenaf (dat gaat uit van de verwachtte opbrengsten, zoals een beter cv of het leren van een vaardigheid). De motivatie is veranderlijk, een vrijwilliger kan beginnen om de taal beter te leren en blijven vanwege de leuke contacten.
Mogen betekent je thuis voelen bij een organisatie. Natuurlijk mag (bijna) iedereen vrijwilliger worden bij jouw organisatie, maar voelt iedereen zich ook welkom of zijn er belemmeringen voor bepaalde mensen? Het gaat over of en hoe mensen gevraagd worden te komen helpen.
Wat werkt
Voor deze drie punten geeft Movisie tips uit onderzoeken, methoden die onderzocht zijn op resultaat. Het gaat erom te match te vinden tussen de behoeften van de organisatie en dat wat mogelijke vrijwilligers willen en kunnen. En je moet nadenken over wanneer, hoe, wat en hoeveel je van mensen vraagt.
Kunnen:
- Vaardigheden en zelfvertrouwen kun je beïnvloeden, je kunt mensen dingen leren door trainingen of door goede begeleiding.
- Het is dus wijs om niet alleen te kijken naar wat iemand al kan, maar ook naar wat iemand kan leren.
- Mensen verschillen in wat ze kunnen, dus het is ook belangrijk om verschillende mogelijkheden te bieden om je vrijwillig in te zetten bij jouw initiatief. Zorg dat er ruimte is voor maatwerk.
- De agenda van mensen verschilt ook, geef de mogelijkheid om je in te zetten voor een korte of flexibele klus, zo kunnen ook mensen met weinig tijd betrokken zijn bij jouw werk.
- Heb aandacht voor de motivatie van mensen en voor hun wensen, zo kunnen zij hen eigen talenten inzetten en blijven ze gemotiveerd.
Willen:
- Het is belangrijk om te weten wat mensen willen, zodat je ze daarop aan kunt spreken. Geef je ogen en oren de kost om te ontdekken wat er speelt, waar mensen zich voor in willen zetten.
- Betrokkenheid alleen is niet genoeg, ook het gemak en de eenvoud waarmee mensen jou kunnen helpen is van belang. Zijn er teveel drempels (de telefoon die niet opgenomen wordt, te veel taken, te veel vergaderingen, om maar een paar voorbeelden te noemen), dan haken veel mensen af.
- Ook is jullie verhaal belangrijk, een gezamenlijk verhaal bindt mensen. Waarom bestaat jullie organisatie en welk probleem lossen jullie op, wat is jullie droom? Als dat verhaal herkenbaar is voor mensen, sluiten ze zich aan.
Mogen:
- Om te zorgen dat mensen het gevoel hebben dat ze mogen helpen, moeten ze eerst weten dat je bestaat en dat mensen zich aan kunnen sluiten om te helpen.
- Ze moeten dan het gevoel hebben dat zij passen bij jouw initiatief en vervolgens aangetrokken worden en zich genoeg uitgenodigd voelen om het te gaan doen.
- Persoonlijk vragen werkt natuurlijk het beste, dus je huidige vrijwilligers kunnen hierin veel betekenen.
- Je kunt ook je deelnemers/bezoekers/gasten/klanten vragen.
- Als je een nieuwe groep wilt bereiken, is het slim om samenwerking op te zoeken, met mensen en organisaties die deze groep vertegenwoordigen. Denk aan organisaties die mensen met een beperking vertegenwoordigen of mensen met een andere culturele achtergrond.
Goed zorgen voor je bestaande vrijwilligers is net zo belangrijk (of nog belangrijker) als op zoek gaan naar nieuwe vrijwilligers. Blijf oog houden voor de (veranderende) motivatie en betrokkenheid van je vrijwilligers, begeleid ze goed, luister naar hun wensen en mening en waardeer ze veel en vaak. Zorg dat ze het gevoel van kunnen, willen en mogen houden!
In de publicatie vind je links naar verschillende methodieken, meer voorbeelden en meer tips.